Zoete, zoete wraak BV – Jonas Jonasson (Marloes)
Zoete wraak of complexe criminaliteit?
Jonas Jonasson mag wellicht de koning van de lange romantitels genoemd worden. Na onder andere De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween en De zonderlinge avonturen van het geniale bommenmeisje verschijnt er nu een roman met een aanzienlijk kortere titel: Zoete zoete wraak BV. Gelukkig zegt titellengte niets over de inhoud van het verhaal. Zoete zoete wraak BV is, net als andere titels van Jonasson, uiterst geslaagd.
Het verhaal gaat in de start over een medicijnman in Zuid-Afrika: Ole. Hij werkt daar in een dorpje dat door het stamhoofd ‘kleingehouden’ wordt. In Zweden vind je tegelijkertijd Victor. Hij heeft een conservatieve houding en houdt niet van alles wat ‘anders’ is. Door min of meer een ongeluk zit hij vast aan een zwarte jongen, Kevin. Wanneer Kevin bijna volwassen is, neemt Victor hem – in een plan hem te lozen – mee naar Zuid-Afrika. Daar laat hij Kevin achter bij de wilde dieren, om vervolgens terug te keren naar huis. Hij trouwt ene Jenny vanwege het geld en wil vervolgens zo snel mogelijk van haar vader af. Op die manier denkt hij snel rijk te kunnen worden.
Helaas voor Victor, maar gelukkig voor de lezer, loopt het allemaal even anders. Kevin wordt niet gedood door de dieren en Jenny blijft niet ‘zielig’ achter wanneer Victor van haar scheidt. Op wonderbaarlijke wijze komen de twee ‘slachtoffers’ elkaar tegen en dan ontstaat een nieuw plan: wraak nemen op Victor. Gelukkig bestaat daar Zoete, zoete wraak BV, het bedrijf van Hugo. Wellicht is het niet de meest legale oplossing, maar het is zeker wel passend.
Jonasson ontwikkelt een ‘geschakeld’ verhaal dat al vrij snel in goede aarde valt. Hij springt heen en weer van personage naar personage, op een natuurlijke manier, en creëert een interessant plot dat op geen enkel moment lijkt te verslappen. Opvallend binnen het verhaal zijn de personages. Verschillende figuren, zoals Victor, maar ook Ole, staan ver bij de lezer vandaan als het gaat om karakter of gedachtegang, iets wat ze interessant maakt. Als lezer kijk je van een afstandje met ze mee en (ver)oordeel je, zonder ook maar gestraft te worden. Jonasson wisselt tussen de personages, beschrijft ze met gepaste afstandelijkheid en laat op die manier de lezer met alle hoofdfiguren meekijken.
De gebeurtenissen op zichzelf zijn minimaal als ‘bijzonder’ te bestempelen. Vaker nog zijn de woorden ‘bizar’ of ‘onwerkelijk’ op hun plaats. Hoewel dat soort woorden menig roman niet goeddoen, is dat hier absoluut niet het geval. Als lezer lijk je te smullen van elk gegeven; groot of klein. Jonasson bouwt de constructie gedegen op en laat overduidelijk geen enkele steek vallen. Elk detail, hoe groot (schilderijen) of klein (kaviaar), speelt een belangrijke rol en dat maakt het geheel geslaagd.
Tot slot speelt ook de factor ‘humor’ in deze roman weer een rol. Waar eerdere verhalen door hun soms wat bizarre karakter een humoristische laag kenden, lijkt dat ook hier het geval. Alleen de komst van een Masai-krijger in het moderne Zweden zegt voldoende. Jonasson slaagt. Opnieuw.