Er is geen daar daar – Tommy Orange (Marloes)
Meer dan een bijzonder indianenverhaal
‘Wij zijn de herinneringen die we ons niet herinneren, die binnen in ons leven, die we voelen, die ons op onze manier laten zingen en dansen en bidden, gevoelens voortkomend uit herinneringen die onverwacht in ons leven oplaaien en opbloeien, als bloed dat door een deken sijpelt uit een wond van een kogel, afgevuurd door iemand die ons in de rug heeft geschoten omdat die ons haar wil hebben, of ons hoofd, of een premie of gewoon om van ons af te zijn.’ In Er is geen daar daar schept Tommy Orange het beeld van indianen die stedenindianen werden. Met een bijzondere vertelling, boordevol verhalen van verschillende indianen, maakt hij korte metten met het feit dat een indiaan louter iemand met een tooi vol veren is.
De roman van Orange draait om de bekende powwow van Oakland. Het is een groot feest waar indianen vanuit verschillende stammen bij elkaar komen. In het boek volg je verschillende indianen die, elk op hun eigen manier, in aanraking komen met de powwow. Zo volg je Tony, de jongen met het FAS-syndroom. Hij heeft een laag IQ en dealt al sinds zijn veertiende. Een andere jongen is Dene. Hij heeft subsidie aangevraagd voor zijn documentaire waarin hij indianen hun verhaal wil laten doen. Hij zal op het festival zijn om daar verhalen te verzamelen. Opal en zusje Jacquie vertellen elk ook hun verhaal, ondersteund door onder andere het verhaal van Orvil, de kleinzoon van Jacquie. Allen komen op een of andere manier bij het powwow-festival terecht. Het zal helaas een memorabele editie zijn.
Wie Er is geen daar daar openslaat, moet even wennen. Lange tijd lijken de verhalen op geen enkele wijze met elkaar te maken te hebben, waardoor de roman aandoet als een rul geheel. Terwijl je door de verhalen zweeft, ontstaat langzaam een spinnenweb dat steeds beter en krachtiger gesponnen wordt. Als lezer ontdek je wat de personages met elkaar te maken hebben gehad, hoe de relaties liggen en wat de relaties in de toekomst gaan brengen. Het blijkt een krachtig element in de roman; het ondersteunt het gegeven dat de vele indianenstammen versnipperd verder dienden te leven. Bijzonder daarbij is het gegeven dat vrijwel geen enkele link opgelegd lijkt te zijn. Het web wordt tot vlak voor de slotpassages op natuurlijke wijze gesponnen. Pas dan gaat de plot soapachtige kenmerken vertonen en verliest het iets aan kracht.
Naast een krachtig plot vol levensverhalen, waarbij je je vinger lange tijd niet op het verloop ervan kunt leggen, wordt Er is geen daar daar gekenmerkt door bijzonder goed gekozen taalgebruik. Orange stemt de woorden en zinnen perfect af op de personages, waardoor hij ze elk met een eigen stem laat spreken. Waar Tony hard, kil en bot in zijn toon is, is de oude Opal bijvoorbeeld zakelijker. Dit geheel wordt goed ondersteund door het wisselende perspectief. Waar personages als Tony, Dene en Jacquie middels het personale perspectief worden weergeven, krijgen personages als Opal het ik-perspectief toebedeeld. Op die manier ontstaat een prachtig spel van touwtrekken. Sommige personages laten je als lezer toe, anderen duwen je weg; als lezer moet je kiezen.
Bovendien schenkt Orange veel aandacht aan de typeringen zelf. Allen hebben ze iets verschrikkelijks meegemaakt, geen van allen laten ze zich uit het veld slaan door wát ze hebben meegemaakt. Ze zetten op die manier een scherp beeld neer van de indianen; krachtig, sterk en vol met doorzettingsvermogen. Hoewel ze in hun gedrag niet altijd de goedkeuring verdienen, wekken ze een bijzondere vorm van empathie op; ze zijn het levende bewijs van overlevenden.
Met Er is geen daar daar vervult Tommy Orange stiekem de rol van Dene; hij schetst een zeer aantal mooi vormgegeven portretten van beschadigde en tegelijkertijd soms krachtige personages. Een must read dus.