Vlak voordat ik stierf – S.K. Tremayne
Prikkelend en tegelijkertijd ijzingwekkend kil
‘O klein blauw lichtje in het hols van de nacht,
Ik smeek je, ik smeek je, kom niet naderbij…’
Na IJstweeling en Vuurkind komt S.K. Tremayne opnieuw met een ijzingwekkende thriller. Ditmaal betreft het het mysterie van Kath, haar man Adam en haar dochter Lyla. Tremayne, van wie de echte naam eveneens een mysterie blijkt, slaagt ook nu. Zijn thriller, vertaald door Lidwien Biekmann, is gruwelijk spannend en zit boordevol kippenvelmomenten.
Aan het begin van de thriller maak je kennis met Kath. Zij woont met haar man Adam en dochter Lyla in een granieten huurhuis. Nadat Kath een ernstig auto-ongeluk heeft gehad, kampt ze met retrograde amnesie. Lyla heeft moeite met contacten leggen. Adam en Kath denken dat hun dochter Asperger heeft, maar willen het niet laten testen. Met z’n drietjes leven ze een gesloten leven.
In de start van het verhaal leef je niet zo makkelijk mee met Kath of een van haar gezinsleden. De taaie start, die overwegend beschrijvend van aard is, plaatst je als lezer enorm op afstand: ‘En wat mijn retrograde amnesie betreft, die zal naar verwachting in de komende weken genezen, waarna de dingen van vóór het ongeluk die ik ben vergeten weer boven zullen komen ‘als heuvels na een overstroming’, zoals een van de psychologen het verwoordde.’ Tremayne doet zijn of haar best passages als de eenzaamheid van Lyla gedetailleerd bloot te leggen, maar neemt daarin de lezer niet écht mee. De afstandelijkheid en kilheid van het verhaal is simpelweg te groot.
Dat verandert wanneer de spanning om de hoek komt kijken. Lyla ziet mannen op vreemde plekken en zingt uit het niets het doodsliedje dat haar moeder altijd hoorde wanneer iemand dra zou overlijden. Bovendien raakt Kath in gesprek met haar schoonzus Tessa. Tessa, psychologe, vertelt Kath dat het ongeluk dat zij had geen ongeluk was. Het was een poging tot zelfmoord. Vanaf dat moment staat Kaths wereld nog meer op de kop. De relatie met Adam verslechtert, de band met Lyla wordt moeilijker en dan beseft ze dat ze in gevaar is. Van welke kant het gevaar komt, is echter nog onduidelijk.
Vlak voordat ik stierf is hoofdzakelijk vanuit één perspectief geschreven; het perspectief van Kath. Af en toe popt er een hoofdstuk op vanuit Tessa of Adam. Dit brengt zo zijn voordelen met zich mee. Als lezer weet je niet veel meer dan Kath, behalve de paar losse dingen die Tessa of Adam benoemen. Juist deze dingen zorgen voor extra spanning. Ze zijn mysterieus, vol woede en maken de lezer ongerust. Je hebt op dat moment meer kennis van zaken dan Kath, terwijl je op andere vlakken net zoveel weet als zij. Je kunt haar niet stoppen, maar krijgt zelf ook geen grip op de situatie.
Ook de door Tremayne ingezette cliffhangers verhogen de spanning in het verhaal. Menig hoofdstuk eindigt met een spannend moment, waardoor de drang tot doorlezen zich vergroot. Die spannende momenten maakt Tremayne vervolgens in een uiterst vertraagd tempo, vol details bespreekbaar. Hij stelt het ene na het andere gegeven uit en laat de lezer zo steeds verder over een zijden draadje lopen, op weg naar de oplossing.
Hoewel Vlak voordat ik stief stilistisch gezien geen hoogvlieger is, vangt het vele punten als het gaat om Lyla. Zij is, in tegenstelling tot de andere personages, van nature interessant en roept om haar eigen verhaal. Waar Adam en Kath niet vernieuwend zijn en het verhaal dus niet personaliseren, doet Lyla het wel. Haar gedetailleerde blik, haar bijzonder sensitieve houding en haar stille gesprekken maken het verhaal speciaal. Het krijgt iets ijzigs, iets kouds.
En die sfeer blijkt uiterst effectief. Tegen het einde van de thriller, wanneer de lezer zich waant in de lege, anonieme en tegelijkertijd allesbehalve behaaglijke leefomgeving van de familie van Kath, slaat Tremayne toe. Spelend met de psyche van de personages en de ziekte van Lyla duikelt hij de ene naar de andere plotwending op en zorgt hij er zo voor dat je als lezer op een gegeven moment ook geen idee meer hebt van het vervolg. Dat blijkt het juiste moment om écht te floreren. Een paar wellicht gekunstelde, maar zeker ook boeiende verhaalvorderingen brengen de thriller tot een bijzonder einde. Qua geloofwaardigheid en uniciteit wint het wellicht niet de hoofdprijs; qua leesbeleving scoort het gruwelijke slot een dikke voldoende.
Vlak voordat ik stierf verdient daarmee meer dan zeker een plaatjes in mijn thrillerkast!