Jan, de Onderjebedkijkman (met hulpje) – Erik Nieuwenhuis (Marloes)
Maandag met meer dan letters: Jan, die kan er wat van!
In de leeswereld domineren de boeken. Kinderboeken, Young Adultboeken, thrillers, romans, detectives, science fiction, oorlogsboeken; iedereen heeft er vast wel een paar thuis liggen. Boeken vol letters, hoofdstukken en delen. Echter, de leeswereld kent ook een andere kant. De boeken waarin tekst en beeld gecombineerd worden. Maandag met meer dan letters staat in het teken van deze boeken: graphic novels, geïllustreerde dichtbundels, prentenboeken en meer! Vandaag: Jan, de Onderjebedkijkman (met hulpje).
Iedereen kent het wel: er zit iets engs onder je bed en je durft niet te kijken wat het precies is. In het boek van Erik Nieuwenhuis heeft Gijs hetzelfde probleem. En wat doe je dan? Juist. Je roept je vader. Helaas is de papa van Gijs een enorme ridder schijtebroek. Hij belt daarom Jan. Jan is de Onderjebedkijkman. Met hulpje. In Jan, de Onderjebedkijkman (met hulpje) schieten de heldhaftige man en zijn hulpje te hulp. Want ja, wat doe je tegen een Snirrl? Of een Grokodoko of een Flazzewaps? Juist: alleen Onderjebedkijkman en hulpje Roger weten raad.
Het nieuwe prentenboek van Erik Nieuwenhuis staat garant voor een spannend avondje. Vanaf de eerste bladzijde betrekt de schrijver de jeugdige lezer bij het verhaal: ‘Gijs heeft zo’n avond dat het slapen niet lukt. Toevallig nét nu jij dit leest.’ Vervolgens neemt hij diezelfde lezer mee naar een situatie die uiterst herkenbaar is. Er zit wat onder het bed en dat doet ‘TIK TIK KRRRRR’. Waar menig verhaal vervolgens redelijk ‘algemeen’ zou kunnen verlopen door een heldhaftige vader te hulp te laten schieten, kiest Nieuwenhuis het interessantere en zeker grappigere pad. Vader is eigenlijk ook wat bang en hij zoekt hulp. Alsof er een mega grote crisissituatie gaande is, gaan de hulptroepen vervolgens, als een soort volleerd brandweermannen, te werk; iets wat bij voorlezers voor hilariteit zal zorgen en bij kinderen zorgt voor een gevoel begrepen te worden.
Het hele verhaal wordt opgetekend met prachtige afbeeldingen die soms paginavullend zijn en dan weer het nodige wit met zich meebrengen. Menig illustratie – groot of klein – is tot in detail uitgewerkt, getuige het potje griezels in het kantoor van Jan de Onderjebedkijkman, waarop staat dat je het dicht moet laten, of het blik met ‘vangspullen’. Het vormen heuse zoekplaatjes waar heerlijk de tijd voor genomen kan worden.
Deze sterke illustraties vormen een strak samenspel met een creatieve tekst die voor het grootste deel uit uitroepen of dialogen bestaat: “‘Wat is de situatie, Onderjebedkijkman?’ vraagt Roger terwijl hij de motor start. ‘Nou, we hebben een TIK TIK KRRRRR.’” Het biedt zeer veel kans voor de voorlezer te experimenteren met stemmetjes, kreetjes, oergeluiden of uitroepen; iets wat ongetwijfeld leidt tot veel vermaak bij de luisteraar.
Een goed prentenboek is veelal een goed prentenboek wanneer het eindigt met een lach of een grinnik. Ook bij Jan, de Onderjebedkijkman (met hulpje) is dat het geval. Een hilarische plottwist waarbij voor eens en voor altijd duidelijk wordt dat volwassenen niet zo sterk, handig of heldhaftig zijn, toont de ware held van het verhaal: Gijs.
Na het lezen van Jan, de Onderjebedkijkman (met hulpje) is rustig slapen met een groot monster onder je bed misschien minder spannend. En voor wie het wel spannend vindt, is de redding misschien nabij. Want zeg nou zelf? Heeft niet iedereen een Onderjebedkijkman (met hulpje) in de buurt?