H@ck – De Kolonie – Mirjam Mous
Slechts dystopisch… of de harde toekomst?
Na het lezen van H@ck was één ding duidelijk: dit verhaal was nog niet af. Het tweede deel in de serie van Mirjam Mous, H@ck – De kolonie, komt dan ook als geroepen. Dit deel van het verhaal, waarin Prissy en Holden verder gaan met hun strijd, is mogelijk nog sterker dan het eerste deel.
De YA-roman start wanneer Prissy en haar twee hackersvrienden proberen in te breken om de wereld te overtuigen van het ‘verkeerde’. Tegelijkertijd zijn Holden en Paine (directrice van het Cliffton Instituut) ook onderweg. De twee groepen ontmoeten elkaar, Paine wordt meegenomen door de groep van Prissy en Holden weet te ontsnappen. Hij komt terecht in de dead zone, waar hij vervolgens opgepikt wordt door iemand anders. Hij wordt meegenomen naar de ‘Kolonie’; de plaats waar het leven zonder verregaande technologie nog mogelijk is. Terwijl hij koste wat het kost probeert zijn zusje en moeder daar naartoe te halen, strijdt Prissy door. Zij wil de wereld laten weten dat de regering slechte dingen doet. Echter, haar strijd veroorzaakt nóg meer maatschappelijke problemen dan gedacht.
Waar Mous H@ck direct spetterend startte, is dat bij De kolonie niet helemaal het geval. De lezer heeft even tijd nodig om in het verhaal te komen – na een pauze tussen deel één en twee –, maar hij krijgt die tijd niet of nauwelijks. Net als bij het eerdere deel hanteert Mous een hoog verhaaltempo en plaatst ze het motorisch moment in het begin van het verhaal. Het resulteert in een sprint voor een ongeoefende hardloper. Terwijl je als lezer nog moet bedenken hoe het laatste boek eindigde, zijn Prissy en Holden alweer tien stappen verder. De in het vorige boek zo geslaagde perspectiefwisselingen maken het even extra lastig; het kost moeite in het verhaal te komen.
Gelukkig verandert dit na het eerste deel van het verhaal. Als lezer snap je weer hoe de verhoudingen zijn en wat de motieven van de personages waren. Langzaam maar zeker ontstaat een zeer sterk verhaal dat door een goed plot gedreven wordt. Ondanks de – helaas ook in dit verhaal aanwezig – soms slecht geconstrueerde zinnen, ‘Naar buiten! Met mijn handen op mijn bovenbenen duw ik mezelf omhoog. Om bijna meteen weer aan mijn broeksband naar beneden getrokken te worden.’, leest het verhaal het overgrote deel van de tijd ‘als een trein’, door prettige dialogen en vrij simpele beschrijvingen.
De kolonie behaalt vooral zijn kracht uit de sterke plot, met daarbij de boeiende thematiek. Mous werkt de thema’s rondom de nabije toekomst, de toekomst waarin de natuur bijna kapot was gegaan en waarin alles en iedereen ‘gecontroleerd’ wordt door de regering, grondig uit. Ze zet het leven van Holden en Prissy steeds nadrukkelijker – soms bijna expliciet te noemen – af tegen het leven in de huidige maatschappij van de lezer en laat zien wat het schrikbeeld zou kunnen zijn. Met de komst van het gebied ‘Kolonie’ laat ze zien wat de verschillen zijn tussen de wereld van ons en de wereld van Prissy en Holden. Ze toont de mooie kanten van het ‘mensenleven’ en jaagt de lezer schrik aan met de gecontroleerde wereld waarin je continu gevolgd wordt en je niets meer aan het toeval of het ‘mens-zijn’ over kunt laten. Met ogenschijnlijk kleine details, zoals de angstcultuur na een totale pandemie of elkaar steeds sneller opvolgende natuurrampen in de ‘geschiedenis’ van de wereld van Prissy en Holden, maakt ze de angst compleet: de in H@ck geschapen wereld kán wel eens écht de onze worden.
Dit alles verpakt ze in een interessant en actievol en rijk jasje vol protesten, ontsnappingen en morele dilemma’s. H@ck – De kolonie wordt daarmee hét gezicht van het tweeluik van Mous.