Dit is allemaal waar – Lygia Day Penaflor
Jullie weten wie jullie zijn
Soms heb je van die boeken die je écht niet weg kunt leggen. Boeken die van A tot Z in één keer uit moeten. Boeken die een tekort in je nachtrust veroorzaken en boeken die je doen vergeten dat je moet eten. Dit is allemaal waar van Lygia Day Peñaflor is zo’n duiveltje. De thriller, vertaald door Margot Reesink, grijpt je bij je keel en laat je niet meer los.
‘Vertel eens iets over Fatima Ro. Er zijn op dit moment een heleboel mensen benieuwd naar haar.’ De start van de thriller is allesbehalve simpel en aantrekkelijk. Hoewel het verhaal in medias res lijkt te starten, beleeft de lezer in eerste instantie die spanning niet. Je krijgt te maken met een samenraapsel van verschillende verhaaltechnieken. Verslagen, opgenomen fragmenten, WhatsAppjes en dagboekfragmenten moeten het verhaal van Fatima en de jongeren gaan vertellen. En dat is wennen.
Al snel trekt het verhaal van Peñaflor toch de aandacht. Je maakt kennis met Miri en Penny die, middels een interview, vertellen over het drama dat zich voltrok. Tegelijkertijd maak je kennis met Soleil, die, middels mailtjes, WhatsAppberichten en dagboekfragmenten, haar kant van het verhaal vertelt. Bovendien lees je fragmenten uit het nieuwe boek van Fatima. Deze fragmenten beslaan het verhaal dat niet verteld werd door de jongeren.
En dat verhaal blijkt gruwelijk. Miri, Penny, Jonah en Soleil maken kennis met Fatima; de schrijfster van ‘Onderstroom’. Al snel groeit een bijzondere vriendschap met de schrijfster en de jongeren raken min of meer geobsedeerd door het boek en de achterliggende boodschap. De vriendschap versterkt, maar blijkt niet wat het leek. Wanneer Fatima een tweede boek uitbrengt, herkennen de jongeren zich in het gruwelijke verhaal: ‘Ze had haar verhaal en toen had ze ons niet meer nodig. En nu gaat ze het publiceren en komt íédereen erachter!’
Dit is allemaal waar blinkt uit door de gekozen verhaalconstructie. Peñaflor laat haar personages het verhaal achteraf vertellen, waardoor een bijzonder soort spanning ontstaat. Je weet dat Jonah in coma ligt en dat er een gruwelijk boek gepubliceerd is. Wat er precies gebeurd is, en wat er in het boek staat, is echter niet duidelijk. Vervolgens vullen verschillende personages het verhaal van elkaar op verschillende manieren aan. Als lezer word je geconfronteerd met dagboekfragmenten, opgenomen gesprekken en boekaantekeningen, waaruit je zelf het verhaal op kunt maken. Bijzonder daarbij zijn de door Fatima gepubliceerde verhaalstukken. Díe stukken vertellen het verhaal van jongen Brady, maar vertellen het eigenlijke verhaal van de hoofdpersonen uit Dit is allemaal waar. Als lezer weet je dat juist díe stukken het uiteindelijke verhaal gaan vertellen.
Dat niets zo effectief blijkt als het creëren van situaties waarin jaloezie opduikt, bewijst Peñaflor bovendien met haar roman. Al snel ontstaan er scheurtjes in de vriendschappen van de jongeren en Peñaflor werkt dit uit tot in detail. De groeiende haat, jaloezie en de nijd van de dames, met Fatima die daarin de meest nare rol speelt, wordt daarmee prachtig in beeld gebracht: ‘Dat was óns café. Ónze plek. Het gore lef! Iedereen kon die menukaarten zien en erachter komen waar ze zaten.
Dat was dom.
En zij zaten daar met pasta en dumplings. En ik verging van de trek!’
De rol van Fatima is daarin allesbepalend en tegelijkertijd tekenend voor het verhaal. Peñaflor zet in op Fatima’s charme en haar macht als bekend auteur. Tegelijkertijd schept ze hiermee een bijzondere sfeer in het boek: ‘Ze speelde met hen of het personages uit haar roman waren omdat ze niet genoeg talent had om zelf een verhaal te verzinnen.’ Doordat het verhaal achteraf verteld is, weet je als lezer dat Fatima geen goede invloed heeft op de jongeren. Stoppen kun je haar echter niet. Je zult lijdzaam moeten afwachten tot het drama zich voltrekt.
Naast het dat Dit is allemaal waar qua spanning perfect opgebouwd is en uniek is in zijn soort als het gaat om verhaalconstructie, floreert het uiteindelijk ook op het gebied van thematiek. Peñaflor bespreekt tegen het einde van de thriller het allesbepalende vraagstuk ‘In hoeverre kun en mag je iemand vergeven?’. Daarmee zet ze Dit is allemaal waar hoog op mijn lijstje.