Transcriptie – Kate Atkinson (Marloes)
Als de hele club er is…
Een roman, geworteld in een bestaande werkelijkheid. Kate Atkinson liet haar oog vallen op documenten door M15 over een agent uit de Tweede Wereldoorlog. Met de kennis van nu schreef ze vervolgens een verhaal vanuit het verleden: Transcriptie. De roman, vertaald door Inge Kok, vertelt het verhaal van Juliet Armstrong, een geheimagente of – in andermans ogen – een verraadster.
Het verhaal begint in 1981 en beschrijft een behoorlijk benarde situatie. Juffrouw Armstrong is aangereden door een auto. Ze is in Engeland en ziet de wereld niet meer zoals het zou moeten zijn.
Vervolgens keert de lezer met Juliet mee terug naar de periode rondom de Tweede Wereldoorlog. Het is 1950 wanneer ze in Londen komt werken. Het is de eerste keer na de oorlog dat ze weer arriveert en al snel doet haar nieuwe situatie haar herinneren aan haar geschiedenis: de periode waarin ze werkte als spion en typiste. Het beslaat de periode rond 1940. Als lezer dein je mee naar die jaren en ontdek je hoe Juliet in de wereld van het verzet terechtkwam als in eerste instantie transcriptiemaakster en later ook als spionne Iris Carter-Jenkins.
Met Transcriptie ligt er alwéér een oorlogsboek op de planken. Net als vele andere boeken beslaat dit boek een verhaal over de Tweede Wereldoorlog. Atkinson is echter op twee punten pertinent anders dan de meeste auteurs. Allereerst beschrijft ze de oorlog vanaf een geheel ander punt: Engeland. Waar de meeste boeken gaan over Duitsers of Nederlanders, Fransen en Belgen die strijden in de oorlog of juist deelnemen als slachtoffer, beschrijft Atkinson de kant van het land dat zelf minder meevocht, maar juist de ‘redder’ probeerde te spelen. Dit zorgt voor een fundamenteel ander beeld in het boek dat het verhaal zeker ten goede komt. Een tweede, ook niet onbelangrijk, punt betreft de rol van de hoofdpersoon in het verhaal. Juliet is met haar rol in het verzet en als spionne een uniek personage dat beduidend minder aanwezig is in de oorlogsverhalen. Ook hier scoort Atkinson overduidelijk punten.
Gelukkig scoort Transcriptie niet alleen op het gebied van originaliteit. Ook het verhaal binnen de roman is aantrekkelijk. Atkinson springt af en toe heen en weer tussen verschillende perioden en creëert daarmee aantrekkelijke cliffhangers: ‘Wat hadden ze het mis. ‘Sleur’ was het allerlaatste woord dat kon worden gebruikt om de gruwelijkheid te beschrijven van wat daarna gebeurde.’
In het begin van het verhaal overheerst een afstandelijke verteltrant die ervoor zorgt dat een blokkade tussen Juliet en de lezer ontstaat. Een personaal perspectief schept de eerste meter afstand, iets wat vervolgens wordt versterkt door de typering van Juliet. Ze is allesbehalve een open boek en reageert – zeker in de start – gereserveerd op vele gebeurtenissen. Doordat je als lezer nog niet kunt begrijpen waar dit gedrag vandaan komt, is het moeilijk sympathie te voelen voor Juliet.
Dit verandert wel wanneer je naar het jaar 1940 gaat en ontdekt wat er met Juliet gebeurde in de oorlog. Vanaf het moment dat ze de opdracht krijgt transcripties te maken van afgeluisterde gespreken en meer nog wanneer ze spionne wordt, gaat het verhaal leven en krijg je als lezer de kans zelf een spionagejas aan te trekken en op onderzoek uit te gaan. Atkinson versterkt het geloofwaardigheidsgehalte van haar verhaal door delen van transcripties letterlijk uit te schrijven, maar creëert bovendien een boeiend oorlogsverhaal zonder bommen, grof geweld en massaslachtingen. Minpuntje daarbij lijkt de ontstane liefdesverhoudingen in het boek; ze leiden af van de essentie van de rest van het verhaal en lijken soms een krampachtige poging romantiek toe te voegen. Volgens mij had het ook zonder gekund.
Transcriptie is niet de roman die gepakt moet worden om op te gaan in een harde oorlogswereld vol geweld. Het is ook niet de roman waarvan genoten wordt als je een avondje zwijmelen in je hoofd hebt. Het is wél de roman die vertelt over het verzet in de oorlogsjaren. Het verzet vanuit een vrouw. Een spionne. Dat vertelt het wél.