Interview: Rindert Kromhout
Klaus Mann; die man verdient een boek!
Na Een Mann komt Rindert Kromhout opnieuw met een roman over de Duitse schrijver Klaus Mann. Klaus, zoon van de bekende Thomas Mann, vertolkt ook in En ik was zijn held een intrigerende rol. De roman over het leven van de jonge schrijver, die voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog beperkt werd in het uiten van zijn mening, alsmede het feit dat dit het tweede boek over de man is, intrigeert vanaf het begin. Waarom al deze romans over een schrijver? Waarom Klaus Mann? Ik sprak Rindert Kromhout over deze bijzondere reeks!
En ik was zijn held gaat over de zoon van een bekende schrijver: Thomas Mann. Ook Klaus zelf is schrijver. Het is niet de eerste keer dat Kromhout een schrijver in het middelpunt zet en het verhaal over die schrijver en/of zijn familie beschrijft. Eerder al kreeg Virginia Woolf het podium in de boekenserie rondom haar neefjes. Kromhout: ‘Ik vind het interessant te schrijven over hoe het is om op te groeien in een wereld van kunst en kunstenaars, van beeld en verbeelding. En als je zelf schrijver wilt worden, terwijl je vader een van de beroemdste schrijvers van zijn tijd is, is dat, vind ik, ook een heel mooi gegeven.’ Dat hij met deze boekserie de stap van de jongerenliteratuur naar volwassenenliteratuur heeft gemaakt, heeft voor hem geen bijzondere reden. De vorm van de volwassenliteratuur leende zich simpelweg beter voor deze verhalen.
De roman over de jonge schrijver aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog belicht de oorlogsperiode vanaf een andere kant: de kant van de schrijvers. Daarmee lijkt Kromhout een nog niet doodgeschreven thematiek aan te snijden. Hij wil hiermee niet expliciet een boodschap uitdragen naar zijn lezers: ‘Ik wilde dit verhaal vertellen en dan wel zo goed en boeiend mogelijk. Een goed en interessant verhaal over een onderwerp dat mijzelf boeit en dat de lezer met plezier, ontroering, belangstelling tot zich kan nemen.’ En dat lijkt gelukt: het verhaal van Klaus Mann blijft, mede door de goedgekozen perspectiefvorm en de gedetailleerdheid, in je hoofd rondzingen. De schrijfstijl is simpel en doet prettig aan, waardoor het verhaal zo uit het leven gegrepen lijkt te zijn.
Toch is de thematiek die Kromhout beschrijft interessant. Hoewel het verhaal zich afspeelt rond 1933, lijkt ook nu de vrijheid van meningsuiting en het daarbij ‘geschreven’ woord weer aan de orde. Kromhout geeft aan dat hij de gelijkenis ziet: ‘Je ziet dat bepaalde ontwikkelingen van toen er ook nu weer zijn en om sommige van die ontwikkelingen maak ik me zorgen als het gaat om de wereld van nu. Maar die zorgen heeft volgens mij bijna ieder mens.’
Andere onderwerpen, zoals homoseksualiteit, blijven in de roman van Kromhout op de achtergrond. Hoewel dit, met het oog op Hilters gedachtegangen in de Tweede Wereldoorlog, bijzonder lijkt, blijkt de keuze bewust. Kromhout beschrijft: ‘De homoseksualiteit was voor zowel Klaus als Erika een vanzelfsprekendheid en had volgens mij niet meer aandacht nodig dan hij nu van mij heeft gekregen. Dit verhaal speelt niet in WO2, maar in 1933 en toen reageerde de buitenwereld nog niet uitgebreid om de homoseksualiteit van deze twee mensen.’
En ik was zijn held is niet het enige boek over Klaus Mann; eerder verscheen Een Mann. Kromhout vertelt dat het eerste boek, Een Mann, vooral gaat over de jeugd en het volwassen worden van Klaus. Echter, na dit verhaal was het leven van Klaus nog niet af. Het jaar 1933 bleek een uitzonderlijk belangrijk jaar in het leven van Klaus en zijn familie. Dit moest dan ook het uitgangspunt worden voor de tweede roman. Het werd het sleuteljaar en vanaf dan kantelde de wereld van de familie.
Beide boeken bevatten voor een groot deel feiten en lijken in alles te kloppen met de geschiedenis. Toch is er ‘schrijversvrijheid’ te vinden, zo blijkt: ‘Ik heb waar nodig de feiten naar mijn hand gezet terwijl ik mijn boek schreef. Een goed verhaal vertellen met respect voor de werkelijkheid, daar ging het me om. Maar het is geen non-fictie, want ik leg de personages voortdurend gedachten en woorden in hoofd en mond.’
Wie En ik was zijn held leest, kan het niet ontgaan: strijden tegen de nazi’s is prominent in beeld. Thomas Mann, twijfelaar, wordt in het boek tegenstrijdig neergezet: hij is een tovenaar en tegelijkertijd een ‘zwakkeling’, omdat hij niet meegaat met de ideeën van zijn twee kinderen. Kromhout heeft dit beeld om twee redenen op deze manier geschetst: ‘Ik heb het zo neergezet, omdat het overeenkomstig de geschiedenis is en omdat het me een tweede keer, na Een Mann, de kans gaf te schrijven over de moeizame verhouding die Klaus met zijn vader had.’
Over het einde en het vervolg van En ik was zijn held is Kromhout mysterieus. De roman eindigt prachtig, maar zorgt ook voor een innerlijk conflict. Kromhout: ‘Over waarom ik zo eindig wil ik niets zeggen – dat zou de verrassing bederven voor wie het boek nog wil gaan lezen.’ Dan rest ons wachten op een mogelijk vervolg. Het leven van Klaus is niet af, maar komt dat vervolg? Over dat mogelijke vervolg is Kromhout diep en ernstig aan het nadenken! Afwachten dus en ondertussen genieten van En ik was zijn held.