Kinderen van de sekte – Mariette Lindstein (Marloes)
Een nieuwe generatie, wederom problemen
‘Geloven is ergens op vertrouwen, hoewel je niet weet of het waar is. Dat heb ik inmiddels begrepen.’ Na De sekte en De sekte herrijst komt Mariette Lindstein met Kinderen van de sekte. Het derde deel in de serie over de sekte op het angstaanjagende eiland treft een nieuwe generatie: Franz is te oud om alles zelf te doen en richt zijn pijlen op de jeugd. Kinderen worden de nieuwe tirannen.
Het verhaal in Kinderen van de sekte start bij Sofia. Vijftien jaar na het drama op het eiland is ze gelukkig getrouwd met Benjamin en heeft ze een inmiddels vijftienjarige dochter: Julia. Ze is vijftien jaar weg bij Franz Oswald, maar toch laat de engerd haar niet los. Hij is weer op vrije voeten en het blijkt dat hij de sekte op het eiland opnieuw vorm wil geven. Deze keer speelt hij het spelletje echter anders: hij zet de media in en doet zich voor als een goede man. De realiteit is helaas anders: ‘‘Ik denk dat je iets hebt wat van mij is,’ zei hij met een glimlach.’
Aantrekkelijk in deze roman is de manier waarop Lindstein speelt met tijd en perspectief. De rol van de hoofdpersoon is weggelegd voor Sofia. Haar matig uitgewerkte typering lijkt sterk op de typering uit eerdere delen. Ze bespeelt de lezer met haar emoties, maar stoot ze tegelijkertijd af door haar vaak toch wel onbezonnen en onbegrijpelijke keuzes. Haar verhaal wordt geregeld onderbroken met stukken vanuit Thor, een zoon van Franz. Hij is, in tegenstelling tot Sofia, iets beter uitgewerkt, waardoor de lezer zicht krijgt op de ontwikkeling van zijn psychische toestand. Zijn kinderblik is een waardevolle toevoeging aan het verhaal en vormt dan ook meteen de kracht in de ruim vierhonderd pagina’s tellende thriller. Als laatste heeft ook dochter Julia een stem. Zij komt in het verhaal echter maar weinig aan bod, waardoor haar perspectief in het niet dreigt te verdwijnen. Je krijgt als lezer weinig mee van haar ontwikkelingen en houdt helaas een grote afstand tot dit meisje.
Deze perspectiefwisseling brengt echter wel één groot voordeel met zich mee: Lindstein creëert voor zichzelf de kans enorm te spelen met de tijd tussen de twee perspectieven. Daarmee geeft ze de lezer geregeld een informatievoorsprong, alsmede een informatieachterstand. Het gevolg is dat er een sfeer vol continue dreiging ontstaat, waarbij je als lezer weet dat het mis zal gaan, maar dat je nog niet goed weet wanneer.
De langzame verergering van de gebeurtenissen en het pad naar de climax van het verhaal is weinig verrassend. Na de twee eerdere delen vertelt Lindstein helaas weinig nieuws. Ze voegt wel wat nieuwe details toe in het verhaal, maar de grote gruwelen die eerdere delen opmerkelijk maakten, hebben nu minder effect. Ze lijken hun kracht langzaam te verliezen, hoe gruwelijk ze ook blijven. En daarmee lijkt ook de magie van de serie te verdwijnen. Het eerste deel was indrukwekkend, alleen al door het feit dat het gebaseerd was op gebeurtenissen die de schrijfster zelf meegemaakt had in haar jeugd. Thriller twee borduurde daarop voort. Met drie doet Lindstein weer een poging, maar langzaam verslapt de rode draad en dat is jammer.