De wonderbaarlijke vindingrijkheid van Walter Lavender – Sophie Chen Keller (Marloes)
Walters wonderlijke zoektocht
Sprookjes bestaan niet. Toch? Het tegendeel lijkt bewezen met De wonderbaarlijke vindingrijkheid van Walter Lavender. Sophie Chen Keller beschrijft in deze roman een prachtig, luchtig en fantasierijk verhaal door de ogen van een twaalfjarige jongen: Walter. Middels hem beschrijft ze de onschuld die de wereld van nu gelukkig ook nog rijk is.
De lezer leert Walter kennen wanneer hij twaalf is. Hij woont samen met moeder Lucy die een winkel runt. Zijn vader heeft hij niet gekend; Walter senior verdween toen hij ooit als co-piloot een vliegtuigreis maakte. Walter spreekt (bijna) niet, maar heeft een bijzondere gave: hij kan verloren spullen terugvinden.
Samen met hond Milton, Flora en José werkt Walter bij zijn moeder in de toverachtige winkel. De winkel haalt zijn kracht uit het magische boek dat Walters moeder ooit kreeg. Dat boek ligt dan ook op een prominente plaats in de winkel. Walters leven is verder gericht op één ding: zijn vader terugvinden.
Dat verandert allemaal wanneer de nieuwe huurbaas plotseling komt melden dat de magische winkel misschien moet sluiten. Lucy is overtuigd van de kracht van het boek, en denkt dat dit haar winkel gaat redden. Dan verdwijnt dat krachtige boek echter. Walter krijgt een nieuwe opdracht: het Boek vinden.
De wonderbaarlijke vindingrijkheid van Walter Lavender wordt getypeerd door een krachtige schrijfstijl passend bij het perspectief van Walter: ‘En dat is nog niet het ergste, want dan komt de grote man met de kleine oogjes opeens de winkel binnen.’ De heerlijke kindertaal waarmee Walter denkt wordt afgewisseld met veelzeggende zinnen waar je als lezer heerlijk in kunt ronddolen: ‘Klanten kletsten en het nieuwtje ging rond, maar mensen hadden ook zo hun gewoonten en hun lijstjes en de last van honderden zorgen en angsten op hun schouders, en dus kwam niet iedereen kijken, en niet iedereen die kwam kijken vond de winkel, en niet iedereen die de winkel vond, had ook gekeken.’ Het boek bevat weinig dialogen, maar overtuigt door de perfect passende schrijfstijl in de overheersend beschrijvende delen.
Ook de keuze voor het perspectief vanuit Walter blijkt een schot in de roos. Als lezer weet je vrijwel direct dat het perspectief onbetrouwbaar is, maar geniet je met volle teugen van de wereld zoals Walter hem ziet. Het filter waarmee Chen Keller de bozige elementen uit de maatschappij van nu verzacht of laat verdwijnen is een verademing; het zorgt ervoor dat je even weg kunt dromen. Toch cijfert ze daarmee niet alle problematiek weg. De wonderbaarlijke vindingrijkheid van Walter Lavender bevat wel degelijk problemen als pesterijen, verdwenen vaders, economische machthebbers, vriendschappen en financiële onzekerheid. Ze worden echter impliciet besproken, zonder onnodig zwaar gemaakt te worden.
Bovenop ligt de rijke wereld van Walter. Vanaf het moment dat hij op zoek gaat naar het Boek, neemt hij de lezer mee naar een wereld vol tunnels en kamers, waar de fantasie floreert. Walter leert, net als de lezer, angsten in de ogen kijken en ontdekt een wereld vol verschillende mensen. Het blijkt een wereld waarin Chen Keller klassieke Arthurelementen, zoals het schaakbord en wijze levenslessen, een plaats geeft en langzaam haar eigen sprookje creëert waarin ze speelt met letterlijke en figuurlijke betekenissen van woorden.
Hoewel De wonderbaarlijke vindingrijkheid van Walter Lavender bij vlagen, net zoals echte sprookjes, voorspelbaar is, verliest het op weinig punten zijn kracht. Na de laatste letter van deze roman blijft Walters verhaal nazingen in je hoofd. Was de échte wereld ook maar een beetje zo.