Kwaad bloed – Robert Galbraight (Lisa)
In dit vijfde deel van de Cormoran Strike serie proberen Strike en Robin een cold case op te lossen van meer dan 50 jaar oud. Een huisarts is in 1974 verdwenen om nooit meer te worden teruggevonden. Haar dochter huurt Strike in om de zaak nog een laatste keer te bekijken. Het detective duo wordt al snel in het mysterie ondergedompeld, waar ze worden geconfronteerd met de aantekeningen van de labiele politieagent die de zaak behandelde in de jaren ’70. Deze staan vol met krabbels over duivel aanbidding en astrologie. Hij was er van overtuigd dat de huisarts ontvoerd was door de seriemoordenaar Dennis Creed. Strike wordt daarnaast zelf geconfronteerd met een ziekte binnen zijn familie. Robin probeert het detectivebureau recht te houden en tegelijkertijd haar scheiding van Matthew af te ronden.
Het staat buiten kijf dat Robert Galbraight (aka J.K. Rowling) een meesterverhalenverteller is. Ze kreeg voor Kwaad bloed heel wat negatieve media-aandacht. J.K Rowling liet zich in het verleden al eerder uit over dat ze niet in het begrip transgender gelooft. Ik vond het dan ook niet erg slim dat het personage Dennis Creed wordt omschreven als een moordenaar die zijn slachtoffers in de val lokt door zich te verkleden als vrouw. Ik ben het hier niet eens met de overtuigingen van de schrijfster, maar zal deze scheiden van haar werk.
Het boek is 1051 pagina’s, wat het meteen de dikste thriller maakt die ik ooit las. Dit komt voornamelijk doordat er naast het hoofdmysterie ook nog verschillende andere zaken zijn waar het detectivebureau aan werkt. Er worden ook heel wat pagina’s besteed aan het verder ontwikkelen van de relatie tussen Robin en Strike. Persoonlijk vond ik het iets te veel van het goede. Ik heb als lezer doorheen de serie heel wat geïnvesteerd in Strike en Robin en vind het niet erg om over hun persoonlijke dilemma’s te lezen. Maar de bijkomende zaken namen naar mijn gevoel te veel tijd in beslag. Begrijp me niet verkeerd. Ik zal zeker de toekomstige boeken in de serie lezen. Ik hoop alleen dat Robert Galbraight zich dan wat meer beperkt tot één of twee verhalen per boek.