Lied voor de vermisten – Pierre Jarawan (Marloes)
Het was zo. En het was niet zo.
‘Yeki boe. Yeki naboed.’ Het is de nieuwe roman van Pierre Jarawan die op deze manier begint: Lied voor de vermisten. Het verhaal gaat over Amin. Hij leeft in Beiroet op het moment dat de stad opnieuw in puin ligt. Terwijl hij op veilige afstand geconfronteerd wordt met de brokstukken van de stad, denkt hij terug aan vroeger; de tijd met zijn oma en beste vriend Jafar.
‘Het Beiroet van voor de oorlog? Habibi ya eini, dat waren zon, vrijheid en levenslust! En zwoele zomernachten in Pepe Abeds averne direct aan zee, waar de kreeft zo’n fantastische kleur had en de aangelegde jachten ’s nachts wiegden op de golven – het Saint-Tropez van de Levant. Het was het aroma van hibiscus in mei, van goudsbloemen in augustus en zoete sinaasappels in november.’ Helaas is ‘Het Beiroet van voor de oorlog’ niet meer. Amin vertrekt op zeer jonge leeftijd met zijn oma naar Duitsland, om daar vervolgens enkele jaren op te groeien. Wanneer hij op een gegeven moment met zijn oma weer teruggaat naar Beiroet, als het veilig is, moet hij zijn leven opnieuw opbouwen. hij treft daar een leeftijdsgenoot, Jafar. Samen trekken ze op, maar Amin ontdekt dat Jafar anders is. Hij heeft een ‘camera obscura’ in zijn lichaam, waar hij de oorlog verstopt heeft.
Jarenlater overlijdt de oma van Amin. Het is voor Amin het moment terug te kijken naar zijn leven in Beiroet. Hij probeert antwoord te vinden op de vragen die hem sinds die tijd door het hoofd spelen.
‘’Vertellen’, zei hij, ‘kan niets wat van verloren is gegaan terughalen. Maar het kan het verlorene toegankelijk maken.’ De hele roman van Jarawan lijkt gebaseerd te zijn op deze constructie: de constructie van het ‘vertellen’. De eerste functie lijkt weggelegd voor Amin. Hij ‘vertelt’ in Lied voor de vermisten zijn verhaal. Hij kijkt terug op zijn leven in Beiroet met zijn oma en vertelt over het leed van Jafar en de gedragingen van zijn oma. Tijdens zijn vertellingen probeert hij antwoord te krijgen op vragen die hem sinds de terugkomst in Beiroet lastigvallen. Hij analyseert hoe dingen in het verleden zijn gelopen en probeert op die manier touwtjes aan elkaar te knopen. Vanuit een ogenschijnlijk objectief beeld kijk je met de man mee naar de van binnenuit gewonde Jafar en de opstandige oma. Lange tijd begrijp je, net als Amin, bepaalde gedragingen of uitspraken van de andere personages niet en dat is iets wat de roman extra kracht geeft. Juist de grote hoeveelheid vragen die gedurende de plotontwikkeling ontstaan en niet beantwoord worden, zeggen veel: er is té veel gebeurd in Beiroet.
Onderweg komt Amin talloze vertellers tegen. Van de Hakawati van het dorp, tot kennissen of vrienden van Jafar of zijn oma; iedereen kan een puzzelstukje in de vorm van een verhaal leggen. Op die manier creëert Jarawan een bijzondere inslag. De personages die Amin tegenkomt hebben (bijna) allemaal te maken gehad met ‘Het Beiroet van voor de oorlog’ of ‘Het Beiroet van tijdens de oorlog’. Amin komt in de stad wanneer de oorlog voorbij is. Dit zorgt voor een niet te overbruggen gat tussen Amin en de andere personages. Datzelfde gat ervaar jij als lezer, doordat je met Amin meekijkt én zelf niet in ‘Het Beiroet van voor of tijdens de oorlog’ hebt gezeten. Het heeft een ijzersterk gevolg: ‘Vertellen (…) kan niets wat van verloren is gegaan terughalen. Maar het kan het verlorene toegankelijk maken.’
Dit alles construeert Jarawan in een krachtig plot dat van A tot Z boeit. Het verhaal is in niet-chronologische volgorde genoteerd en blijft veelal bij Amin als het gaat om het perspectief. Op die manier ontstaat een intiem geheel dat het realistische karakter van ‘herinneringen’ herbergt.
Daarbij nodigt de schrijfstijl van Jarawan uit tot dieper denken: ‘Ons land is een huis met veel kamers, Amin.’ De auteur hanteert prachtige vormen van beeldspraak om de verschrikkingen vanuit de oorlog te kunnen verwoorden, getuige de manier waarop Jafar zijn camera obscura probeert uit te leggen aan Amin. Het maakt Lied voor de vermisten tot een pareltje in de literatuur.