Clownsnacht – Daniëlle Bakhuis (Marloes & Valerie)
Tijd voor een duorecensie!
Marloes: De liefhebber van urban legends kan zijn of hart ophalen bij het openen van Clownsnacht van Daniëlle Bakhuis. Maar liefst zeven stadsverhalen sieren het nieuwe jeugdhorrorverhaal van Bakhuis: “Ik heb altijd een zwak gehad voor spannende, lugubere verhalen waarvan je niet zeker weet of ze waar zijn.” De verhalen mogen goed te herkennen zijn, verder lijkt het nieuwe horrorverhaal niet écht bij de doelgroep te passen. Het is te heftig voor de jonge jeugd, maar zeker te licht voor de echte YA. Het vult het grijze gebied ertussen op en valt daarmee eigenlijk te veel in het niet.
Valerie: Ook ik las het nieuwste boek van Daniëlle Bakhuis en ik ben wel enorm enthousiast. Het is, zoals Marloes zegt, zeker te heftig voor de jonge jeugd, maar ik vind het niet te licht voor YA. Hoewel ik zelf misschien een angsthaas ben, is het zeker niet te makkelijk voor lezers van een jaar of zestien. Misschien is het niet extreem angstaanjagend, maar het is zeker wel de moeite waard om te lezen!
Marloes: Het verhaal van Bakhuis gaat over Fara. Voordat de lezer naar dit jonge meisje keert, krijgt hij te maken met een verhaal dat angst inboezemt: een tbs’er, Terry Z, is ontsnapt uit De Waard en loopt vrij rond. Hij lijkt levensgevaarlijk. Fara, niet op de hoogte van dit nieuws, gaat die avond – de avond van de clownsnacht – naar een nieuw oppasadresje. Ze mag bij de familie Zuiderduin op Suzie en Marnix passen. Eenmaal aangekomen bij het huis wacht de dame een bijzondere kennismaking met de familie. In een huis dat bijna het formaat heeft van een kasteel en in alles (opgezette dieren, donker) aandoet als een spookhuis, krijgt zij de opdracht tot 01.00 te passen op de twee kinderen. Moeders heeft een enorm litteken op haar gezicht, vaders blijkt een behoorlijke mysterieuze arts te zijn. Fara, die voor het eerst zonder haar beste vriendin op pad is naar een oppasklus, stapt er vol goede moed in. Die moed blijkt echter hard nodig.
Clownsnacht is opgezet als een eenvoudige horrorverhaal dat zich op allerlei momenten te expliciet uit. Bakhuis besteedt, zeker in de beginfrasen, overdadig veel aandacht aan het scheppen van een griezelige situatie: “‘Eigenaardige mensen,’ noemde mijn moeder ze, waarop mijn vader knikte. ‘Ze zijn heel aardig. Op hun eigen manier.’” Bovendien schuwt ze daarbij geen enkel cliché: de hoofdpersoon krijgt toevallig ruzie met haar beste vriendin, ze vindt op de oprit een dode kraai, heeft in het huis geen internet, haar telefoon is bijna leeg en de stroom kan zomaar uitvallen in het huis. Het lijkt bijna te veel om het verhaal nog geloofwaardig te maken.
Valerie: Toegegeven, Bakhuis gebruikt inderdaad heel wat clichés om dit verhaal op gang te trekken. Maar daarbij hoort wel de kanttekening dat deze nu eenmaal werken. Daarnaast gebruikt ze deze elementen niet zonder reden, want op het einde komt ze nog op enkele aanwijzingen terug waardoor de cirkel rond maakt en dat apprecieer ik enorm in dit verhaal. Zo krijg je als lezer het gevoel dat je het misschien toch had kunnen voorspellen, maar je zat te diep in het verhaal om het te zien.
Marloes: De zeven urban legends zijn duidelijk vindbaar verwerkt in het verhaal. Hoewel dit enerzijds bewonderenswaardig te noemen is, veroorzaakt het anderzijds ook onnodige problemen als het gaat om de realiteit van het verhaal. Urban legends staan bekend om hun ‘echtheidsgehalte’ en door ze allemaal samen te voegen, kan overdaad ontstaan. Dat lijkt in het slechts 128 pagina’s tellende Clownsnacht zeker het geval. Het is simpelweg te veel toeval om nog écht te kunnen gebeuren.
Toch bevat het verhaal van Bakhuis ook goede punten. Zo zet de auteur onheilspellende zinnen als ‘Het is beter als je voor niemand de deur opendoet. Beloof je dat?’ op de juiste momenten in, waarmee ze nog net een beetje extra spanning creëert. Bovendien maakt ze goed gebruik van de jonge kinderen Suzie en Marnix. Niet alleen zijn deze twee op hun eigen manier verterend, ze zorgen tegelijkertijd voor een unheimisch gevoel bij Fara en jou als lezer: er klopt iets niet aan hun gedrag.
Op een gegeven moment kun je als lezer niet anders dan meegezogen worden in het verhaal. Precies op het moment dat Bakhuis het toch al hoge tempo nog verder ophoogt en het verhaal naar een climax dreigt te gaan, heb je als lezer het idee samen met Fara in het huis te zijn. Clichématigheden en onrealistische elementen laat je vanaf dat moment voor wat ze zijn en de focus richt zich compleet op de gebeurtenissen. Bakhuis heeft dit goed voor elkaar.
Helaas eindigt Clownsnacht op een onbevredigende manier. Het slot verraadt alle lijntjes die je als lezer (hoe jong je ook bent) in had kunnen vullen en het tijdsprongen zorgen ervoor dat je emoties niet verder oplopen. Jammer, want hier had het zoveel meer kunnen zijn. Clownsnacht past qua thema en verhaallijn bij de YA van het moment. Echter, die groep doet Bakhuis te weinig recht door te veel open plaatsen in te vullen en te veel te werken met clichématigheden. Tegelijkertijd is het onderwerp en zijn de gruwelijke elementen uit het verhaal niet geschikt voor de jonge jeugd. Het horrorverhaal fungeert daarmee vooral als simpel YA-boek voor tussendoor.
Valerie: Het einde is voor mij net een van de hoogtepunten uit het verhaal. Waar een standaard horrorverhaal vaak eindigt met het hoofdpersonage, Fara in dit geval, maken we hier een tijdssprong en kijken we naar het verdere leven van een ander personage. Deze originele insteek zorgde ervoor dat het realiteitsgevoel terugkeerde na het toch wel overweldigende ‘eerste’ einde van het verhaal. Vooral het extraatje dat Bakhuis toevoegt op het einde in het nawoord vond ik heerlijk!