Wat zou Martin doen? – Nic Stone (Marloes)
I have a dream
I have a dream; wellicht is het een van de bekendste uitspraken uit de rijke wereldgeschiedenis. Martin Luther King sprak de legendarische woorden, in de strijd die hij streed. Het was de strijd tegen ongelijkheid. Nic Stone strijdt in haar roman verder. In Wat zou Martin doen? geeft zij het woord aan Justyce, de zwarte jongen in de witte wereld.
Het verhaal begint met een fragment waarin Justyce zin dronken (ex-) vriendin op straat ziet. Hij neemt haar, Melo, mee in de hoop haar veiligheid te kunnen bieden, maar dan wordt hij zelf ook opgepakt. Zo zonder reden. Het incident staat aan het begin van een hele reeks gebeurtenissen.
Justyce is namelijk sinds kort begonnen met het schrijven van brieven aan Martin, alias ‘meneer King’. In die brieven vertelt hij wat hij dagelijks meemaakt en stelt hij maatschappijrelevante vragen over de verschillen tussen mensen en het racisme dat ermee gepaard gaat. Hij zit op een grotendeels ‘witte’ school en is daar middels een beurs terecht gekomen. Daar is hij bevriend met de donkere Manny en de blanke Sarah-Jane. Tijdens de lessen van Doc voeren de leerlingen discussies over ongelijkheid. Gedurende die discussies wordt duidelijk dat niet iedereen de ongelijkheid op eenzelfde manier ziet. Jared staat bijvoorbeeld lijnrecht tegenover Sarah-Jane. Justyce probeert alles bij hem langs te laten glijden, maar dit wordt, naarmate de discussies heviger worden, steeds lastiger. Wanneer ook de maatschappelijke druk verzwaart én Justyce persoonlijk onrecht aangedaan wordt, krijgt hij steeds minder vertrouwen in een gelijke wereld.
Wat zou Martin doen? valt op vanwege de kwetsbaarheid van het verhaal. In de brieven aan Martin stelt Justyce zich helemaal open en maakt hij al zijn onzekerheden, zijn verdriet en zijn gevoelens van onrecht bespreekbaar. Pakkend daarbij is de manier waarop hij dit doet. Hij stelt veel vragen aan Martin, zonder op alle vragen antwoorden te voorspellen. Het gevolg is dat de lezer de vragen voorgeschoteld krijgt en er zelf over na gaat denken. Dit brengt automatisch met zich mee dat je van Justyce gaat houden. Hij is kwetsbaar, laat je toe en neemt je op die manier mee naar zijn eigen wereld.
En die wereld sluit, complimentwaardig, goed aan bij de actuele maatschappij. Jaren geleden werd officieel de ‘apartheid’ afgeschaft en mocht racisme niet meer. Echter, de praktijk laat andere dingen zien. Meer dan ooit speelt in Amerika de discussie in hoeverre blanke agenten donkere mensen te snel oppakken of mishandelen. Het is een discussie die zo af en toe ook de andere kant van de Oceaan, Europa, lijkt te infecteren. Ook hier is de apartheid nog lang niet uitgebannen. In de wereld krijgt niet iedereen dezelfde kans en niet iedereen wordt op dezelfde manier behandeld.
Stone draagt met de passages waarin de felle klassendiscussies uitgesproken worden bij aan de maatschappelijke discussie. De levendigheid en het realistische gehalte van deze discussies maken dat ze levensecht lijken en de lezer met enige regelmaat aan het denken zet door het feit dat onderwerpen met enige regelmaat op de spits gedreven wordt. Justyce houdt zich tijdens de discussies veelal afzijdig, waardoor de boodschap nóg sterker wordt.
Dat Wat zou Martin doen? daarmee een rijk verhaal wordt, mag duidelijk zijn. Hoewel de plotontwikkeling op zichzelf staand niet uniek of super spannend genoemd kan worden, maakt het op alle fronten wél indruk. De toch wel beladen thematiek is daar de grote oorzaak van. Stone durft het aan een stinkende wond te onthullen en de discussie op een andere manier te voeren: via literatuur. Op die manier geeft zij de mens de kans in de huid van de ‘tegenpartij’ te kruipen en opnieuw naar de situatie te kijken. Wat zou Martin doen? is daarmee niet belerend of veroordelend. Het is klein, intiem en daardoor misschien wel nog sterker hartverscheurend.