blogpost,  interview

Interview: Catherine Doyle

Op de Boekenbeurs in Antwerpen gingen Chelsey en ik in gesprek met Catherine Doyle, auteur van Stormwachter. Het eerste deel van het interview lees je hier. Het vervolg vind je op Leesmeemetmij bij Chelsey!

  • Kan je jezelf even kort voorstellen voor de lezers?
    • Mijn naam is Catherine Doyle, ik ben auteur van meerdere boeken, maar er zijn er nu twee vertaald voor de lezers hier: Stormwachter en Stormwachter 2. Het eerste boek is vorig jaar uitgekomen.
  • Was het altijd je droom om ooit een boek te schrijven?
    • Absoluut! Ik was ongeveer 8-9 jaar toen ik gedichten schreef, eerst voor school. Ik had een grote boom in mijn achtertuin en probeerde allemaal woorden te schrijven die rijmen op ‘tree’ (boom) omdat dat een makkelijk woord is. Ik bracht het dan mee naar de klas om voor te lezen aan de leerkracht. Daarna schreef ik verhalen. Ik hou van dat gevoel van het vertellen van verhalen. Toen ik opgroeide, wist ik dat ik er goed in was maar ik had nooit gedacht er mijn werk van te kunnen maken. Dat leek me niet echt een ambitie. Maar zo lang ik me kan herinneren is schrijven hetgeen wat ik het allerliefst wil doen.
  • Je schreef een fantasieverhaal over Arranmore. Kan je uitleggen waarom je ervoor koos een fantasy boek te schrijven?
    • Het boek ontstond drie jaar geleden toen ik werd uitgenodigd om naar Arranmore te gaan, dat een echt eiland is aan de Noordwest kust van Ierland. Het is de plaats waar mijn grootouders ongeveer 100 jaar geleden zijn geboren, zijn opgegroeid en verliefd zijn geworden. Toen ik opgroeide als kind, vertelden ze er altijd over. Het voelde erg mythologisch aan, bijna magisch zoals Neverland want ik was er nog nooit geweest en wist er niks over.
  • Dat is eigenlijk net zoals Fionn, het hoofdpersonage, zich in het boek voelt.
    • Ja klopt! Ik dacht er zeker niet over na kinderboeken te schrijven of fantasy toen ik  naar Arranmore ging. Ik had op dat moment geen ideeën voor een nieuw boek. Maar ik ging familie bezoeken daar en toen ik van de ferry afstapte en voet aan land zette op Arranmore voor de eerste keer, was het waarschijnlijk het dichtst dat ik ooit bij magie ben geweest in mijn leven. Het voelde alsof ik voet zette op het land van mijn familie, zo levendig. Alles rondom het eiland voelde zo speciaal en ik spendeerde die week aan de schoonheid van het eiland hoewel het niet echt een toeristische bestemming is. Daardoor is het nog zo mooi, onaangeroerd. Het heeft ongelooflijke kliffen en zeegrotten, met verborgen meren. Dat was fantastisch, de prachtige natuur met de wind en de stormen. Toen ik ’s avonds mijn familie bezocht, vertelden ze me allemaal verhalen over mijn grootouders, maar ook hun ouders en hun ouders… Toen realiseerde ik dat Arranmore een eiland is dat zijn mensen nooit vergeet. Iedereen die daar de laatste 500 jaar is gestorven, wordt nog steeds enorm sterk herdacht en dat voelde zo magisch. Maar ik wilde meer magie. Mijn grootvader was op dat moment gediagnosticeerd met Alzheimer en zat in de beginfase. Ik vond het als volwassene heel moeilijk om daar mee om te gaan, om hem zichzelf te zien vergeten, maar ook ons niet meer te kennen. Ik dacht: zou het niet fantastisch zijn om over een eiland te schrijven dat letterlijk herinneringen bewaart? Zelfs als jij ze vergeet, houdt het eiland ze bij. Dat stukje moest sowieso magisch zijn want anders kwam het voor mij veel te kortbij. Dus voegde ik meer fantasy toe.
  • Het is grappig om je dit zo vol passie te horen vertellen. Je klinkt exact zoals het hoofdpersonage en dat is mooi om te zien.
    • Ik denk dat er inderdaad veel van mij in het boek zit. Dat is grappig want toen ik het boek schreef, stormde mijn jongere broer mijn kamer binnen en zei dat hij blij was dat ik eindelijk een boek schreef dat op hem was gebaseerd. En ik was verbaasd en vroeg hem waarom hij dacht dat hij het hoofpersonage was. Hij vond dat ik Tara was, de zus van het hoofdpersonage, omdat ik zo bazig ben. Ik was een klein beetje op mijn tenen getrapt, maar ondertussen lachen we erom. Maar er is inderdaad een groot deel van Fionn dat van mij komt; ik ben bang van alles, vooral van de zee. Dat was ik zeker vroeger, nu al minder. Maar ik kom van een familie vissers en mensen die dagelijks in contact kwamen met de zee. Mijn grootvader was kapitein voor zestien jaar. Het deel in het verhaal met de redding op zee is volledig waargebeurd, behalve het magische element natuurlijk. In Ierland zijn we erg sarcastisch en ik denk dat de humor van Fionn en Tara ook erg van mij komen.
  • Hoe creëer je een compleet nieuwe wereld voor een lezer en zorg je ervoor dat ze erin geloven?
    • Het voordeel van Arranmore is dat het eiland echt bestaat natuurlijk. Hoe het eruitziet en hoe het klinkt in het boek, zonder het magische stuk, is exact zoals het in het echt is. In die zin was ik eigenlijk al halfweg want ik nam gewoon een van de plaatsen die ik kende en die één van de mooiste is die ik ooit heb gezien. Daarop baseerde ik de grondlaag van de setting. Dan moest ik nog dingen bedenken die het magische lieten terugkomen: de fluisterende boom, de magische zeegrot, de zielensluipers onder de grond. Die komen allemaal uit de Ierse mythologie, of het meeste toch. Een deel heb ik bedacht. Ik heb hen dus geleend. Dagda en Morgan zijn echte figuren uit de mythologie. Ze komen voor in enorm veel legendes. Ik wilde Stormwachter zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid laten liggen dus gebruikte ik zoveel mogelijk ervaring uit mijn eigen leven.
  • Hoe lang duurde het om het eerste boek van Stormwachter te schrijven en was het makkelijk om een uitgever te vinden?
    • Dat is een boeiend verhaal haha. Toen ik terugkwam van Arranmore had ik nog nooit eerder een kinderboek in het genre fantasy geschreven. Ik schreef de eerste drie hoofdstukken, dus het deel waar Fionn van de boot stapt, het huis tegenkomt en de kaarsen vindt. En ook dat hij een kaars aansteekt. Ik stuurde die drie hoofdstukken naar mijn agent en vroeg of dat met de kaarsen niet te raar was en of dit wel kan werken. Ze antwoordde heel snel en zei dat ze het volgende week zou verkopen. Ik dacht: maar ik heb nog niets geschreven. Ze zei dat er iets heel sterks in zat dus ze vertrok ermee en we gingen in gesprek met vijf uitgevers. In twee of drie weken na die meeting was het verkocht aan tien andere taalgebieden. Dat was ontzettend snel en had ik nog nooit meegemaakt. Ik was vooral verrast want het was voor mij een heel persoonlijk boek. Het was zo fijn dat mensen over de hele wereld er meteen een connectie mee hadden. Dat had ik nooit verwacht, zelfs niet in Engeland. Dat was echt magisch.
  • Wat betekent het nu voor jou dat je hier kan zijn op de Antwerpse Boekenbeurs en je Nederlandstalige lezers kan ontmoeten? En natuurlijk de boeken kan zien in het Nederlands!
    • Dat is ongelooflijk. Ik was eerder dit jaar in Italië voor de Boekenbeurs in Bologna en daar ontmoette ik de Nederlandstalige uitgevers voor het eerst. Ik zei meteen dat ik deze editie het mooist vind qua cover! Het is zo cool. Daarom is het zeker zo speciaal, niet enkel om hier gepubliceerd te zijn omdat het zo speciaal is in deze taal, maar vooral omdat de cover zo anders is dan alle andere versies die ik al heb gezien. Toen ik werd uitgenodigd om naar hier te komen, zei ik onmiddellijk ja want ik was hier nog nooit geweest. Ik ben er nu sinds gisteren, maar iedereen is zo ontzettend vriendelijk. De passie voor boeken is hier zo enorm, dat is nergens ter wereld zoals hier. Er is een speciale sfeer en er zijn zoveel boeken! Heel fijn om tussen andere auteurs en lezers rond te lopen.

Laat een antwoord achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *