Schilderliefs – Simone van der Vlugt (Marloes)
Heldin en vrije vrouw of dievegge en hoer?
‘Je bent niets anders dan zijn hoer.’ Sinds jaar en dag richt Simone van der Vlugt zich in de boekenwereld op twee pijlers. Enerzijds schrijft ze spannende verhalen en thrillerreeksen, anderzijds richt ze zich op de soms onbeschreven geschiedenis. Ook in Schilderslief richt ze haar pijlen op het verleden en met succes. In plaats van het leven van de beroemde Rembrandt van Rijn te beschrijven, verkiest Van der Vlugt het leven van de veel minder bekende minnares van Van Rijn: Geertje Dircx.
Als lezer begin je in het jaar 1650. Je ontdekt hoe Geertje over straat loopt en opgepakt wordt. Ze wordt gearresteerd en moet naar het tuchthuis in Gouda. Ze blijkt schuldig bevonden aan contractbreuk, diefstal en hoererij. Er hangt haar een straf van maar liefst twaalf jaar boven het hoofd.
Nog voor je precies uit hebt kunnen dokteren wat er gebeurd is, waarom en hoe, flitst Van der Vlugt je naar een aantal jaren eerder: 1632. Opnieuw ontmoet je Geertje, maar nu is ze jaren jonger. Ze heeft haar geboorteplaats Edam verruild voor Hoorn en werkt korte tijd in een herberg. Daar leert ze haar toekomstige man Abraham kennen. Hij werkt bij de WIC en vaart zo af en toe uit. Ze trouwen, maar lang kan Geertje niet genieten van haar huwelijk. Abraham komt om op het water en de jonge Geertje is weduwe.
Om zichzelf te kunnen redden, gaat ze aan de slag als kindermeisje bij de familie Beets. Daar blijft ze jarenlang werken, tot de kinderen oud genoeg zijn zelf mee te helpen in het huishouden. Geertje moet opnieuw opzoek naar werk en komt in Amsterdam terecht. Daar ontmoet ze Rembrandt van Rijn, zijn vrouw Saskia en hun zoontje. Ze gaat aan de slag als kindermeisje en verzorgt Saskia in haar laatste levensweken. Wanneer Saskia overlijdt, ontstaat een andere band tussen Van Rijn en Geertje.
In alles ademt Schilderslief de handtekening van Van der Vlugt. Dat betekent grofweg: een vlot doorlopend verhaal dat leest als een trein, een plot vol gebeurtenissen en een behoorlijke dosis geschiedenis, verstopt in een prettig jasje.
Net zoals in eerdere boeken wordt ook in dit boek een af en toe wat te uitleggerige verhaalstijl gehanteerd: “Maar het was beter dan mijn leven in Edam, waar ik jarenlang hele dagen vis had schoongemaakt. Ik hield niet van de haven daar.” Bovendien is, zeker in het begin, het taalgebruik wat kinderlijk van aard: “Is dat het tuchthuis? Blijkbaar wel, want Cornelia opent het portier en stapt uit”.
Gelukkig laat het verhaal zichzelf spreken. Als lezer keer je, ondanks een volledig geschapen couleur locale terug naar de periode na 1600 en leer je over het leven van Geertje. Van der Vlugt heeft zichzelf daarbij duidelijk gedocumenteerd. Niet alleen zie je in het verhaal zelf talloze geschiedenisgebeurtenissen, zoals de reizen van de WIC naar Elmina en het eindigen van de oorlog met Spanje, ook de documentatie aan het einde van de roman – die misschien nog wel interessanter is dan het verhaal zelf – getuigt van een uitgebreide speurtocht. Verscheidene verklaringen, rechtsuitspraken en delen uit (concept)contracten uit de in het boek beschreven jaren laten de lezer zien hoe het werkelijk in die periode was. Ook de beschrijving van het leven van Geertje, zoals bekend vanuit de geschiedenisstukken, helpen daarbij: Van der Vlugt maakt duidelijk dat Schilderslief een interpretatie is; een verhaal dat ze schrijft op basis van onderzoek.
Op de roman van Van der Vlugt zelf valt helaas een en ander aan te merken. De plotweergave is interessant, maar bij vlagen maakt Van der Vlugt te grote stappen in de geschiedenis. In iets meer dan tweehonderd bladzijden probeert ze het rijke leven van Geertje van 1632 tot haar uiteindelijke vrijlating in 1655 te beschrijven. Helaas gaat deze poging gepaard met een aantal verhaalafbrekende elementen. Zo gaat het verhaal té snel, waardoor je als lezer niet lang genoeg stil kunt staan bij toch wel belangrijke elementen in de geschiedenis. Bovendien worden personages op die manier onnodig oppervlakkig weergeven. Daarnaast vervalt Van der Vlugt tegen het einde van het verhaal in het gebruik van telling in plaats van showing. Om goed tempo te kunnen maken, laat ze Geertje over haar gevangenschap vertellen alsof ze slechts verslag doet. De lezer voelt het niet echt: “Inmiddels ben ik er min of meer aan gewend, evenals aan de jeuk door luizen, en aan de eeuwig zeurende honger.”
Schilderslief is een roman met een rijk verhaal over een onbekende vrouw uit de geschiedenis. Van der Vlugt slaagt er zeker in opnieuw te boeien met een verhaal over een zelfstandige, interessante vrouw. Daarin voldoet Schilderslief zeker aan de verwachtingen.